Gezondheidsraad: Tweede prik AstraZeneca kan ook eerder, na vier tot twaalf weken

Tot nu toe kregen huisartsen de instructie om de tweede AstraZeneca-prik tien tot veertien weken na de eerste te geven. Vanwege die relatief lange termijn liet minister De Jonge de Gezondheidsraad onderzoeken of dat eerder kan. Vergeleken met Janssen (maar één prik), Pfizer/BioNTech en Moderna (tweede prik na zes weken) zijn mensen die AstraZeneca krijgen pas laat volledig beschermd. Daar komt bij dat inmiddels genoeg vaccins beschikbaar zijn. België heeft de wachttijd tot de tweede prik met AstraZeneca om die redenen onlangs ingekort van twaalf naar acht weken.

Het Europees Medicijnagentschap (EMA) heeft bij de toelating van het AstraZeneca-vaccin op de Europese markt voorgeschreven dat de tweede prik na vier tot twaalf weken dient te worden gegeven. Om zoveel mogelijk mensen gedeeltelijk te kunnen beschermen met een eerste prik, kozen landen als het Verenigd Koninkrijk en Nederland ervoor om die termijn wat op te rekken. De gevolgen daarvan lijken juist positief uit te pakken. Uit recente onderzoeksgegevens blijkt dat het vaccin meer bescherming biedt als er meer tijd zit tussen de twee prikken. De Gezondheidsraad stelt echter dat voor definitieve conclusies daarover meer onderzoek nodig is. 

Deskundigen pleitten dinsdag op deze site voor meer flexibiliteit bij de afspraak voor de tweede prik, omdat de zomervakantie nadert. ,,Het ergste is als mensen hun eerste prik uitstellen tot na hun vakantie omdat de tweede datum hen niet uitkomt’’, aldus emeritus hoogleraar Ben van der Zeijst, voormalig hoofd vaccins van het RIVM. ,,Dan zijn we echt in de aap gelogeerd. We moeten nu flexibeler worden om te zorgen dat iedereen zo snel mogelijk een eerste prik krijgt, maar ook uiteindelijk de tweede prik komt halen. Als mensen zeggen: ik laat die tweede afspraak zitten vanwege mijn vakantie, loop je risico dat hun bescherming niet blijft. En dat varianten zoals de Indiase zich hier sneller verspreiden.’’

De Gezondheidsraad concludeerde vanavond ook dat vaccinatie kan bijdragen aan het voorkomen van infecties bij anderen. ,,Er zijn inmiddels enkele studies verschenen die laten zien dat vaccinatie tegen Covid-19 ook de overdracht van het virus van de ene persoon op de andere vermindert’’, stelt de adviesraad in een tweede rapport. ,,Het aantal studies is beperkt en bewijs veelal indirect, maar de uitkomsten wijzen steeds in dezelfde richting.’’

Kijk hier onze video's over de coronavaccins: