Mongolië
Column Annemarie HaverkampBuiten is alles wit. Op de koude grond liggen geiten. Ik loop tegen de helling op om te hurken in een ondiepe greppel. Mijn plas doet de sneeuw smelten.
Delen per e-mail
Vanuit deze positie kijk ik prachtig over het meer. Daarachter de heuvels en de oneindige steppe. Het is een plek uit een film. De tent waarin ik vannacht sliep, een ger (Mongoolse joert), heeft dezelfde kleur als het landschap. Het is nauwelijks voor te stellen maar hier, midden in het niets en ver van de bewoonde wereld, wonen herders met hun gezinnen. En ik ben te gast.
Als ik opsta om mijn broek dicht te knopen - vanzelfsprekend zijn hier geen toiletten - hoor ik de paarden snuiven. In het ochtendlicht maak ik een foto.
Precies een jaar later ontwaakt er in mijn telefoon een algoritme en laat Google me het beeld opnieuw zien. Meteen ben ik weer op die plek. Ik voel de opwinding van de eerste sneeuw van het jaar waar wij getuige van waren. Ruik de rook die uit de schoorsteen kringelt. Destijds was ik in Mongolië voor een reportage over een bevlogen tandarts die op de steppe behandelingen deed.
Het bleek mijn laatste grote reis voor corona de halve wereld op slot gooide. In mijn hoofd wemelt het van de heldere details. Ik weet alles nog. Opeens begrijp ik dat mijn harde schijf kennelijk nog niet is overschreven door versere indrukken. Na Mongolië kwam er geen vakantie in Spanje, geen andere exotische reportage. Ja, we gingen deze zomer naar Borne, maar dat was toch minder imponerend.
Zou het echt zo werken in het brein? Dat herinneringen zuiverder blijven als er geen andere ervaringen voordringen? Het zijn heerlijke beelden om aan terug te denken. Ik koester ze alvast voor de volgende lockdown waarop we ons thuis intussen voorbereiden.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Wat te doen in de zomer als we niet naar het buitenland kunnen?
,,Mama, als alle mensen beter zijn, gaan we dan op vakantie?’’ Even sta ik met de mond vol tanden. Job heeft kennelijk opgevangen dat onze trip naar Spanje op losse schroeven staat. Niet zo gek, want hij is continu thuis en volgt al onze gesprekken. -
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Deze week is Job 17 geworden: hij ligt in het grote bed met zijn hoofd op de borst van Rob en kijkt blij
Er is een foto. Job ligt in het grote bed met zijn hoofd op de borst van Rob. Hij kijkt blij, zoals hij meestal blij kijkt. Omdat het ochtend is, omdat de dag begint, omdat hij bestaat. Op de foto is Job nog een baby. -
PREMIUMColumn Annemarie Haverkamp
Bij Ismael werd een hersentumor verwijderd, maar nog steeds maakt hij films
Voor het interview konden we elkaar niet ontmoeten. In 2019 voelde dat nog vreemd. ‘Dan maar via WhatsApp-video’, opperde ik. Zoom of Teams waren nog niet geïntegreerd in ons dagelijks leven. -
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Weg met het mondkapje, ik vind een pratende vogel op mijn bank huiveringwekkend
Er zit een vogel naast Job op de bank. Grote groene snavel, daarboven donkerbruine kraalogen. De vogel praat. -
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Toen Job een kleuter was, riep ik vol overtuiging dat hij op zijn 18de het huis uit zou gaan. Maar nu...
Opeens was de vraag ons gezin binnengedrongen: wanneer gaat Job (16) het huis uit? De vraag lag daar maar, in het centrum van ons zijn. We waren niet bij machte er een antwoord op te formuleren. Drie weken later is de vraag een steen in de rivier geworden. Wij zijn het water dat eromheen stroomt.
-
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Voor veel families is last van gehandicapt kind nu niet te dragen
Hartverscheurend, die verhalen over gehandicapte kinderen die hun familie niet mogen zien. Mijn tijdlijn loopt vol met foto’s en video’s van zwaaiende ouders achter glas of een kus via een telefoonscherm. -
PREMIUMCOLUMN ANNEMARIE HAVERKAMP
Ik wil een loods, zodat we niet meer struikelen over Jobs hulpmiddelen
Ik zoek een lege loods of een verlaten fabriekspand. Iets enorms met zeeën van ruimte. Toen we vijftien jaar geleden ons huis kochten, dachten we dat het groot was. Job had nog een compact poppenformaat, daardoor leek het een pakhuis. -
PREMIUMCOLUMN
‘We zijn gehard, net als Job, die het korset nooit rampzalig vond’
Soms praat ik hardop tegen mezelf. Niet tegen mijn spiegelbeeld, maar tegen de Annemarie van lang geleden. ‘Kom op zeg’, hoor ik mezelf nu zeggen. Ik voel dat ik geërgerd mijn hoofd schud. Ik heb een columnbundel uit 2007 in mijn handen omdat ik wil opzoeken hoe lang Job al een korset draagt.
0 reacties