Saoedi-Arabië: gebombardeerde gevangenis Jemen was niet bekend als beschermde locatie

Dat zegt de coalitie in een reactie op berichten van Houthi-rebellen en acht hulporganisaties over ‘een bloedbad’ met tientallen burgerdoden, waaronder vrouwen en kinderen, in de gevangenis in Saada die werd gebruikt als opvangcentrum voor migranten. Het ‘falen’ van de Jemenitische Houthi's om de gevangenislocatie te melden aan de internationale autoriteiten illustreert ‘de gebruikelijke bedrieglijke benadering’ van de milities, zei coalitiewoordvoerder Turki al-Malki zaterdagochtend op de Saoedische televisie.

Het dodental als gevolg van het bombardement is volgens het mediabureau van de Houthi-rebellen opgelopen tot minstens 80. Taha al-Motawakel, minister van Volksgezondheid van de Houthi-regering die het noorden van het land controleert, vertelde persbureau AP in de hoofdstad Sanaa vrijdag dat zeventig gevangenen werden gedood maar dat hij verwachtte dat het aantal zou stijgen, aangezien veel gewonden er ernstig aan toe zijn.

De minister beschuldigde de door Saudi-Arabië geleide coalitie van opzettelijke aanvallen op burgers. ,,We beschouwen dit als een oorlogsmisdaad tegen de menselijkheid. De wereld zou haar verantwoordelijkheid moeten nemen op dit kritieke moment in de menselijke geschiedenis”, aldus Taha al-Motawakel.

Een woordvoerder van hulporganisatie Artsen zonder Grenzen vertelde het persbureau AFP dat er minstens 70 doden vielen en 138 gewonden bij de luchtaanval op de gevangenis. Die bevond zich in Saada, een bolwerk van de rebellenbeweging Houthi. De ontwikkelingsorganisatie Save the Children meldde eerder dat er meer dan zestig mensen werden gedood en dat het gaat om een gevangenis met gedetineerde migranten. 

,,Ze zijn op zoek naar een beter leven voor zichzelf en hun families, Jemenitische burgers die bij tientallen gewond raken, is een beeld waarvan we nooit hadden verwacht ermee wakker te worden in Jemen”, zei directeur Gillian Moyes van de internationale ontwikkelingsorganisatie in Jemen.

De luchtaanval van vrijdag maakte deel uit van een zwaar luchtoffensief dat het armste land van de Arabische wereld uren eerder had afgesloten van het internet. Dat gebeurde door het bombarderen van een voor de internetverbinding cruciaal telecommunicatiecentrum in de havenstad Hodeida. Volgens Save the Children kwamen bij eerstgenoemde luchtaanval minstens drie kinderen om het leven die op een voetbalveld speelden. 

De door Saoedi-Arabië geleide coalitie erkende dat ze ‘nauwkeurige luchtaanvallen uitvoerde om de capaciteiten van de militie te vernietigen’ rond de haven van Hodeida. Het bevestigde niet meteen dat er een telecommunicatiedoelwit was geraakt, zoals NetBlocks beschreef, maar noemde Hodeida ‘een centrum voor piraterij en Iraanse wapensmokkel om de Houthi’s te steunen.’

Het luchtoffensief komt na de claim van de door Iran gesteunde Houthi’s achter de drone- en raketaanval te zitten eerder deze week op Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Het betekende een grote escalatie van de burgeroorlog in Jemen, waar de door Saoedi-Arabië geleide coalitie gesteund door de VAE sinds 2015 de rebellen bestrijdt.

Iran ontkent de Houthi’s te bewapenen, hoewel VN-experts, onafhankelijke analisten en westerse landen wijzen op bewijs dat Teherans link met de wapens aantoont.