Columns Jonah Falke
-
PREMIUMcolumn Jonah Falke
Als jongen uit een Achterhoeks dorp blijf je je waar ook ter wereld verbazen
Per ongeluk belandde ik in een anti-corona demonstratie, rond de Brandenburger Tor in Berlijn. Duizenden agenten en burgers waren vroeg opgestaan die ochtend om elkaar bestaansrecht te verlenen. -
PREMIUM
Over een maand gaat Het Geweten van Europa met verlof, ik zal haar missen als mijn moeder
Sinds de Koude Oorlog zijn er weer papieren en certificaten nodig waar burgers en ambtenaren hun bestaansrecht aan kunnen ontlenen. Vandaag sluiten de Duitse grenzen namelijk voor Nederlandse toeristen – er geldt een quarantaineplicht voor niet volledig gevaccineerden van vijf dagen. -
PREMIUMcolumn
Vluchten naar Duitsland was ooit een ironische gedachte
Deze zomer verblijf ik in Berlijn; ik was te veel in het dorp geweest. Daar was het zoals Peter Fox in Haus am See zingt: ‘Hier bin ich gebor’n. Kenn’ die Gesichter, jedes Haus und jeden Laden. Ich muss mal weg.’ -
PREMIUMcolumn
De betrouwbare waarnemer is de slechtst denkbare verslaggever
Met een vriend - die ik ‘de glazen bol’ noem – zat ik in een restaurant in Amsterdam toen mijn moeder belde. Of ik wel besefte wat ik had geschreven, klonk het vanuit Bontebrug. Het betrof de column die ik vorige week in deze krant publiceerde. -
PREMIUMcolumn jonah falke
Op onderzoek uit: wat ben ik? Als ik me niet voorplant, sterft de boel uit
Ik kon de slaap niet vatten en las de wervelende roman De geschiedenis van mijn seksualiteit van Sofie Lakmaker uit. Het hoofdpersonage leek een afwezige maar goede dochter. Door het boek voelde ik me een slechte zoon.
-
PREMIUMcolumn jonah falke
Ik reed mijn familiegeschiedenis tegemoet vanaf het beruchte perron 1
Op de Grote Markt in Haarlem sprak ik een ver familielid. Aan mijn ontluisterende familiegeschiedenis voegde deze oom onder het genot van een cappuccino een verhaal toe. Hij zei dat zijn moeder mijn opa eens vastgebonden aantrof aan een boom in Lichtenvoorde, voor straf, als een afgedankt hondje. Mijn opa werd systematisch afgeranseld door zijn ouders. -
PREMIUMCOLUMN JONAH FALKE
Het was onvoorstelbaar dat hij er zomaar niet meer had kunnen zijn
Onlangs ontving ik een e-mail van een jongen uit Aalten. Hij had mijn debuutroman Bontebrug gelezen en schreef: ‘Ik vertoon overeenkomsten met je hoofdpersonage’. Net als het personage verliet hij het dorp en zocht zijn heil in Amsterdam, om aan de Rietveld kunstacademie te gaan studeren. -
PREMIUMColumn Jonah Falke
‘Ik twijfelde ineens of ik de oorlog wel moest opzoeken’
In Rotterdam sprak ik een arts uit het Midden-Oosten. Ik wilde weten hoe zijn leven daar was. Niet de bombardementen, maar het dagelijks leven en de gebrekkige sanitaire voorzieningen waren het ingewikkeldst. ‘Ik ben het meeste waarde gaan hechten aan een eigen douche.’ -
PREMIUMColumn
Ik zie het als een zegen dat het meestal een raadsel is wat de ander echt in zijn broek heeft zitten
Er zit een bultje boven mijn oog. Mijn vriendin noemt het – liefkozend – een wrat. ‘Het kunnen er meer worden’, zei de dokter. Omdat ik geen zonnebril van wratten wil, moet ik naar een plastisch chirurg.
-
PREMIUM
Het zou niet moeten uitmaken waar je wieg staat: ‘Je moet mensen hun dromen niet ontnemen’
Het komende jaar werk ik aan een boek rondom armoede in dit land, voor Vrij Nederland. Afgelopen maandag bezocht ik een spreekuur voor daklozen in Nijmegen. Een illegaal en zijn advocaat zaten tegenover me. De man was onverzekerd en mocht niet werken zonder papieren. Al zeventien jaar leefde hij scharrelend in de schaduw. Ik voelde me niet rijk, maar was het wel. -
PREMIUMcolumn
De dood van Zagajewski: Ineens waren er allemaal nieuwe familieleden
Een paar weken geleden stierf dichter Adam Zagajewski. Hij werd in 1945 geboren in Lwów, toen nog een Poolse stad, tegenwoordig hoort het bij Oekraïne en heet het Lviv. Wat is er allemaal gebeurd in die vijfenzeventig jaar van zijn leven? Alles en niets, lijkt me het beste antwoord. -
PREMIUMcolumn
Een rotte peer, bebloed verband en een gebruikt condoom: ‘Heb je honger?’
In de stationshal van Emmerik verwachtte ik een vriend. De vorige keer dat ik daar was, nam ik de trein naar Berlijn. Het was dertig jaar na de val van de muur. -
PREMIUMcolumn
‘Bij reportages zie ik de onderwereld tot leven komen’
Voor dag en dauw passeerde ik de Duitse grens bij ’s-Heerenberg. De avondklok was net opgeheven. Douanebeambten waren er niet, hoewel er genoeg bezorgde burgers te vinden zijn die ze graag weer zouden zien staan in de berm – getooid in mooie pakken, vol glanzende knopen en met ernstige blikken op het gelaat. -
PREMIUM
De tandartsassistente keek me lachend aan, met donkere ogen die niet twijfelden
Mijn moeder vertelde dat haar tandarts vroeger zweeg als het graf. Het verbaasde haar als kind dat hij opeens een vrolijke zwarte assistente had. In die tijd, in dit gebied, was dat bijzonder.