Stadse Fratsen
-
PREMIUMcolumn
Stadse Fratsen: ‘Stel, ik koop dat huis...’
Heb je soms dat je in het voorbijgaan op straat een flard van een gesprek opvangt. Het is een van de eerste avonden van dit nieuwe jaar en ik ben onderweg naar de afhaal-Chinees. Meer dan deze halve zin is het niet, die ik de hipster hoor zeggen. Een jonge vrouw loopt zwijgend naast hem. -
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: Napoli-blauw
,,Goedemorgen Doetinchem!” De beveiliger van de rechtbank in Arnhem begroet mij joviaal. Ik ken de man niet, alhoewel ik daar ook niet helemaal zeker van ben: een mondkapje bedekt namelijk het grootste deel van zijn gezicht. -
PREMIUMColumn2
Stadse Fratsen: Typisch Achterhoek is verdorie soms nét de Achterhoek
Blij verrast was ik toen ik halverwege de tweede aflevering een goede bekende zag. Hij zat - ik vermoed achter een Heineken - op het terras van de Krent in Hummelo, samen met zijn dochter. Gewoon overdag, zoals Achterhoekers het betaamt. -
PREMIUMcolumn
Stadse Fratsen: opnieuw onderuit in de douchecel?
,,Kom je de tijd een beetje door", vraagt de man die ik ken uit de binnenstad. Ik loop net de bloemenzaak binnen om een bloemstuk te halen en tref hem met een vrouw, rondkijkend tussen de potten en vazen. Hij zegt er zelf genoeg van te hebben en een tripje naar Aruba te overwegen. ,,Kan dat", vraag ik. ,,Ja, dat kan", antwoordt hij. ,,En er is zon.” -
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: Buurman wees op de IC de dag van de beslissende tijdrit aan
Zonder mijn buurman, ben ik maar niet aan een Tourlijstje begonnen. Meestal appte ik hem een of twee dagen voor de start of hij nog een dark horse voor mij had. Of wipte ik even langs voor een kop koffie, waarbij hij altijd wel wat namen dropte die ik nog nooit had gehoord.
-
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: de klok opnieuw als cadeau
‘1918’ staat gegraveerd in het raderwerk van de klok. Dat die klok, het enige erfstuk van waarde dat ik heb, is gemaakt in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, wist ik niet. Heel zichtbaar voor mij was altijd ‘1921’. -
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: Leenhond nu al verpest
Langzaam dringt het tot mij door dat ik vroeger thuis elke avond een gehaktbal voorgeschoteld kreeg. Een deel van deze gehaktbal - ik schat een derde - liet ik liggen voor de hond. De eerste avond dat de hond er niet meer was, eindigde ik de maaltijd met een brok in de keel. -
PREMIUMColumn1
Stadse Fratsen: Zij die sterven gaan...
Aan de foto is niet goed te zien of het voor of na de daad is. Het zal wel ervoor zijn, want ik ontwaar wat onbestemds en breekbaars in mijn ogen. Alsof ik er toch ingeluisd ben, door mijn eigen vriendin nota bene die - het gezoem beu - eerder deze middag van de Welkoop terugkwam met het goedje dat alles moet vernietigen. -
PREMIUMcolumn
Stadse Fratsen: Over de tong in 1829
Het kan niet anders of Jacobus Haggeman - mijn betovergrootvader - is tijdens de Kerstdagen van 1829 flink over de tong gegaan bij diverse familiebezoeken in Baak, Steenderen en omstreken. Dat concludeer ik uit een mail van twee mannen van de Historische Vereniging Steenderen. Het duo had voor een artikel in de krant een lokale kwestie uitgezocht. Ondertussen doken ze, aangemoedigd door mij, in mijn stamboom. De mail dateert alweer van 19 mei van dit jaar. Ik heb het bericht even terzijde gelegd. Iets weerhield me om deze familiewas direct buiten te hangen. Ik kom er nu toch op omdat ik af en toe een vrouw groet als ze voorbij fietst in de stad. We hebben dezelfde roots en kennen elkaar van vroeger. Veertig jaar geleden ging ze over onze tongen, na een plotse bevalling die niemand - volgens mij zelfs haar familie niet - had zien aankomen. Na de eerste schok hernam het leven in ons dorp snel weer zijn gewone gang. Of dat na 20 december 1829 ook is gebeurd, weet ik niet. Die dag bevalt Berndien te Brinke, ook bekend als de weduwe Kraaijvanger. Opmerkelijk omdat ze tien maanden daarvoor haar 24 jaar oudere echtgenoot heeft begraven. Mijn betovergrootvader is in 1829 de knecht van weduwe Berendsen, die woont op een steenworp afstand van de Kraaijvangers in de Rozenstraat. Eén maand is voor Jacobus (28) genoeg om kennis te krijgen aan de zeven jaar oudere buurvrouw. Ze kenden elkaar vast langer. Uit het relaas van de mannen van de Historische Vereniging Steenderen maak ik op dat Jacobus geen flierefluiter is. Hij accepteert het onwettige kind en trouwt twee weken na de bevalling met Berndien. Daarna verwekt Jacobus nog drie kinderen bij haar. De jongste is de vader van mijn opa. Hem heb ik veel horen vertellen. Maar niet dit verhaal.
-
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: Bordeelbezoek
Die moet er zwaar aan toe zijn, zullen de mannen van het afvalbrengpunt en de autosloperij denken als ze me zien. In iets te kort T-shirt en met zonnebril op drentel ik heen en weer voor de toegangspoort. -
PREMIUMColumn
Stadse Fratsen: Het plichtsbesef van de nachtredacteur
Ik heb Jan van Polanen Petel niet gekend. De naam van de vroegere journalist van De Graafschapbode kwam eerder deze week ter sprake tijdens een gesprek op het terras in Emmerik. -
PREMIUMcolumn
Stadse Fratsen: Onze schilder vond een boek op zolder
Het valt me nog niet mee een voorstelling te maken van onze schilder op 15-jarige leeftijd. Goed, het pikzwarte, dekkende haar kan ik plaatsen. De brede lach met de blinkende tanden ook. De dikke sigaar tussen de lippen maakt het al wat moeilijker, net als de royale snor. En er zijn intussen ook wat kilo's bijgekomen. Maar ik denk dat hij het goed deed bij de meisjes, 55 jaar geleden. -
PREMIUMcolumn
Stadse Fratsen: Op leven en dood
Vanwege een metershoge heg is het vanaf de straat niet te zien maar er is hier in de tuin sinds een dag of wat een gevecht gaande op leven en dood. Mijn schoonvader - die bij ons intrekt - heeft de strijd aangebonden met de bamboestruik. Het gewas liet zich boven de grond gewillig kortwieken. Maar daaronder woekert de inheemse lastpost voort om een eindje verder weer aan de oppervlakte te komen. Onze buurvrouw keek wat verschrikt toen ze schoonvader hoorde grommen dat de laatste dagen van de struik waren geteld. ,,Ik vond het altijd wel een mooie plant”, zei ze. Mijn schoonvader heeft dat waarschijnlijk niet gehoord. Volgens hem is er maar één goede bamboestruik: ,,In een teil. Dan kan-ie niet met de wortels de tuin door.” Het is niet exact aan te geven waar de wil om de bamboe te killen bij mijn schoonvader vandaan komt. Misschien heeft onze tuinman er iets mee te maken. Die maakte afgelopen weekeinde indruk door het opkomende gras tussen de stenen van de oprit niet op de knieën te lijf te gaan maar staand met een bosmaaier. Terwijl schoonvader de knielappen al voor had gebonden. Elk moment wilde hij ertussen springen maar tot zijn spijt bleek dat niet nodig. In een onbewaakt moment heb ik een foto gemaakt van mijn schoonvader en wat rest van de struik. Vooral het rondom liggende wapentuig vond ik indrukwekkend. Er lag een beitel, een breekijzer, een elektrische zaag, een handstoffer, een takkenschaar, een hakbijl en een troffel. Ondertussen bleef de struik zich hevig verweren vanuit de grond. Halverwege de dag ben ik nog naar de bouwmarkt gestuurd voor nieuwe zaagjes. Mijn rol is klein in dit gevecht. Vandaag komt de tuinman opnieuw. Iets zegt mij dat de bamboe er dan met wortel en al uit is. -
PREMIUMColumn1
Stadse Fratsen: Een handelaar aan de deur
Triiinggg! Er staat iemand bij de voordeur, zegt mijn vriendin. We zitten deze middag onder een boom aan de zijkant van onze nieuwe woning. Omdat ik alle geluiden nog niet kan thuisbrengen heb ik pas in tweede instantie door dat er wordt aangebeld.