‘Sterfgeval bij GGzE Eindhoven hoort niet in strafrecht’

Het strafrecht is er om mensen te vervolgen die bewust verkeerd hebben gehandeld. Daarvan is geen sprake rond het overlijden van een patiënte bij de GGzE, stelt Boudewijn van Eijck, de advocaat van de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. ,,Doordat deze zaak nu zoveel jaren na dato aan de strafrechter wordt voorgelegd wordt helaas bevorderd dat we elkaar alsnog de maat gaan nemen in plaats van dat enige mildheid in het veroordelen van elkaar groeit”, zei Van Eijck donderdag bij de rechtbank in Den Bosch.

De advocaat wees erop dat het Medisch Tuchtcollege en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd al naar de zaak hebben gekeken. ,,De inspectie kan maatregelen opleggen waardoor de zorg verbetert, de strafrechter kan dat niet.”

De patiënte van de GGzE overleed nadat ze het antipsychoticum clozapine had gekregen. Ze bleek overgevoelig voor het medicijn en kreeg een hartvliesontsteking. Haar ouders waarschuwden dat het niet goed ging met hun dochter, maar de instelling reageerde niet adequaat op dat signaal.

Het Openbaar Ministerie stelt dat er rond het overlijden van de vrouw verschillende menselijke fouten zijn gemaakt. De afzonderlijke persoonlijke fouten en organisatorische gebreken samen, zijn volgens het OM reden genoeg om de instelling alsnog te vervolgen. 

De individuele fouten waren geen reden voor strafrechtelijke vervolging. Van de tuchtrechter kreeg een betrokken arts in opleiding een waarschuwing (de laagste straf) en een psychiater een berisping (de op een na laagste straf).

Van Eijck stelde dat ,,we niet een te groot optimisme mogen koesteren als het gaat om de behandelbaarheid van gecompliceerde psychiatrische aandoeningen. De keuzes die daarbij op dat terrein worden gemaakt ook qua medicatie zijn niet altijd onomstreden onder vakgenoten en worden niet altijd door de samenleving begrepen.”

De behandeling in Den Bosch donderdag betrof een zogeheten regiezitting. In maart wordt de zaak inhoudelijk behandeld. Dan zullen nabestaanden van de vrouw gebruikmaken van hun spreekrecht.