Bouman heeft zo'n zeshonderd ooien en die werpen gemiddeld elk twee lammetjes. Een week geleden begon de golf geboortes en de teller staat nu op honderd lammetjes. ,,Er moet 24 uur per etmaal iemand in de stal zijn. Je moet erbij zijn als de ooien lammeren omdat je wil weten welke lammeren bij welk moederdier horen.” Na de geboorte gaan de ooien met hun kinderen van het groepshok naar het kraamhok. ,,Daar kunnen de lammeren hechten aan hun moeder.”

In het groepshoek zitten steeds rond de dertig drachtige ooien. ,,Als je een uurtje weg zou gaan, kunnen er zo maar drie of vier ooien hebben gelammerd.” Bij schapen is het net als bij mensen: er worden ongeveer evenveel mannelijke als vrouwelijke dieren geboren. De ooitjes worden toegevoegd aan de kudde van Bouman of worden verkocht aan andere schapenhouders als fokschapen. De rammen veranderen in  schapenbouten: ze worden grootgebracht en geslacht voor consumptie. 

De ooien hebben negen weken een ram erbij gehad in de wei. Dat betekent dat ze nu ongeveer even lang lammetjes ter wereld brengen. ,,De eerste vijf weken is het 't drukst, dan worden de meeste lammetjes geboren.” Na acht tot tien weken zijn de lammetjes zo ver dat ze niet meer afhankelijk zijn van de moedermelk. Dan mogen ze naar buiten. Maar ze worden pas ingezet voor de begrazing als ze een paar maanden verder zijn in hun leven.