James is de nieuwe pastoor van parochie De Goede Herder in Mill: ‘Ik voel me hier als een bisschop’

Dát James pastoor werd, was een logische stap, zo vertelt hij. In het dorp waar hij opgroeide, Gundri, in het zuiden van India, woonde hij met zijn vader, moeder, broer en zus, naast de kerk. ,,We zijn daar naartoe verhuisd om dichter bij de missionaris en dichter bij de kerk te zijn”, vertelt hij. Zijn vader was koster in de kerk. ,,We gingen er iedere dag naar de kerk.”

Ondanks dat studeren in India geen vanzelfsprekendheid is, vonden zijn ouders het belangrijk dat hij na de basisschool naar het internaat van St. John Berchmans Hostel in Kerala ging. Hij bleef er vijf jaar. Daarna ging hij naar het Pius X Minor Seminary in Wellington en voor zijn bachelor physics studeerde hij op het St. Joseph College in Cuddalore.

James was pastoor in het bisdom Ooty. ,,Tot me werd gevraagd of ik naar Nederland wilde. Dat was eind 2007. Ik kende helemaal niets van Nederland en moest een inburgeringscursus doen. Leren wat de kleuren van de Nederlandse vlag zijn, wie de kroonprins is en ik moest wat van de topografie weten. Engels sprak ik wel, maar Nederlands, dat heb ik hier moeten leren. Gewoon beginnen. Eerst het abc, daarna woordjes en de grammatica. Nederlands heeft wel dingen die moeilijk te begrijpen zijn. Als gezegd wordt ‘weet ik veel’, bedoelen ze niet dat ze veel weten, maar juist het tegenovergestelde”, geeft hij als voorbeeld.

In Nederland kwam James terecht in het bisdom Den Bosch. Sinds 2011 werkte hij in de Edith Steinparochie in Vught. 

Een beetje raar vindt hij het wel dat hij nu al weer jaren pastoor in Nederland is. In het verre verleden trokken katholieken vanuit Europa naar andere landen om als missionaris het geloof te verspreiden. Tegenwoordig is een land als Nederland afhankelijk van priesters van buiten het land om de verschillende parochies van een pastoor te voorzien.

Of hij zijn thuisland mist? ,,Veel zaken zijn in Nederland veel beter geregeld dan in India.” Lachend: ,,Ik moest in het begin wel wennen aan het eten in Nederland. Toen ik hier naartoe ging, had ik de afspraak dat ik ieder jaar een maand terug naar huis mocht. Ondanks corona ben ik in april nog drie weken naar India geweest. Het terug naar Nederland komen was wel spannend. De vlucht die ik had geboekt werd geannuleerd. En toen ik een nieuwe vlucht had, kreeg ik corona.”

Volgens James is de kerk in Mill heel anders dan de situatie waarin hij werkte in Vught. ,,Mensen staan hier veel dichter bij de kerk. Het is warmer.”

Dat er steeds minder bezoekers naar de kerk gaan, baart James zorgen. ,,Maar tijdens de grote feestdagen als Kerstmis komen de mensen wel. Dat is het moment om te zorgen dat je een band met de mensen opbouwt. Om te zorgen dat ze daarna ook weer naar de kerk komen.”

James hoeft het werk niet alleen te doen. In parochie De Goede Herder, waaronder behalve Mill ook de kerken in Wilbertoord, Sint Hubert, Langenboom en Haps vallen, krijgt hij steun van pastor Bas van Dijk. ,,We verdelen de diensten die gehouden moeten worden met zijn tweeën”, legt de pastoor uit.

Voor het schrijven van een goede preek tijdens de vieringen in de kerk neemt James de tijd. ,,Het moet goed zijn. Vooral ook omdat de Nederlandse taal niet makkelijk is, laat ik het altijd eerst een keer door iemand corrigeren.”

Hoe de toekomst van James eruit ziet: hij weet het niet. In 2019 kreeg hij de toestemming om voor een periode van vijf jaar in Nederland te blijven. ,,Ik zou nog wel een keer priester willen zijn in een Engels sprekend land. Behalve in Amerika dan. De mentaliteit daar bevalt me niet. Maar of ik nog lang in Nederland blijf? Ik laat het op me afkomen en zie wat er op mijn pad komt.”

James voelt zich dan wel bisschop op zijn nieuwe werkplek, bisschop Gerard de Korte van het bisdom Den Bosch kon zelf niet bij zijn installatie aanwezig zijn. ,,Maar hij heeft me toegezegd dat hij binnenkort een keer naar Mill komt om hier een viering te leiden.”