Rector vindt dat studenten naast Engels ook Duits moeten kunnen

,,De meest gebruikte taal in de wetenschap is het Engels, de taal met de meeste moedertaalsprekers (120 miljoen) in Europa is het Duits en de meest gesproken taal in onze regio is het Nederlands. Het zou dan toch gewoon moeten zijn om die drie talen te beheersen, zeker aan de Radboud Universiteit, waar je ze allemaal dagelijks hoort." 

Dat schrijft Van Krieken in een column die te lezen is op het intranet van de Radboud Universiteit. De rector zegt zich zorgen te maken. ,,Meertaligheid is lang de norm geweest onder geletterden, maar we lijken dat een beetje kwijt te raken." 

Van Krieken stipt een gevoelig onderwerp aan. Een maand geleden startten psychologiestudenten een petitie om te protesteren tegen onderwijs in de Engelse taal. Ze vinden dat raar. Volgens de onderwijsstatuten van de Radboud volgen ze een Nederlandstalige opleiding. 

De reactie van de universiteit was dat een passieve beheersing van de Engelse taal bij een wetenschappelijke opleiding hoort. Steeds meer studies op de Radboud Universiteit zijn zelfs volledig Engelstalig. Dat gebeurt onder meer om in Nijmegen buitenlandse studenten onderwijs te kunnen aanbieden. 

 Veel docenten spreken volgens de studenten echter zo slecht Engels, dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding is. Onderwijsdirecteur Ruud Meulenbroek heeft daarom na de protesten bij Psychologie toegezegd dat de docenten die slecht Engels spreken, bijles krijgen.    

Van Krieken benadrukt dat hij met zijn betoog doelt op 'passieve' beheersing van de Engelse en Duitse taal. De rector heeft persoonlijke banden met Duitsland. Hij is een van de elf Nederlandse leden van de Deutsche Akademie der Wissenschaften Leopoldina. Dat is de Duitse tegenhanger van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen. Het is het belangrijkste adviesorgaan op het gebied van wetenschapsbeleid voor de Duitse regering. 

Donderdag ontvangt Van Krieken de Duitse ambassadeur Dirk Brengelmann. Die bezoekt de Radboud Universiteit om de start van een interregionaal uitwisselingsprogramma (Nachbarsprache & buurcultuur) van de Radboud Universiteit en de universiteit van Duisberg-Essen bij te wonen. Die dag gaan docenten Duits in Nederland en docenten Nederlands in Duitsland met elkaar in gesprek.