OM: badmeesters en leraren hebben schuld aan dood Salam

Volgens het OM hebben de vijf toezichthouders afgeweken van de norm die van hen verwacht kan worden. Daarom hebben ze schuld aan de dood van Salam. Hen wordt verweten dat ze geen specifieke afspraken hadden gemaakt over Salam. Ze sprak geen Nederlands en kon niet zwemmen, terwijl veel klasgenoten dat wel konden. Dat hadden ze alle vijf moeten weten, maar dat wisten ze niet. De leerkracht van Salam wordt verweten dat ze niet met de ouders van Salam heeft besproken dat het meisje niet in het diepe bad mocht.

Salam mocht het diepe bad niet in, omdat ze niet kon zwemmen. Dat is toch gebeurd. Een badgast zag haar toen liggen, op de bodem van het zwembad. Pas op dat moment, hadden de begeleiders door dat Salam afwezig was. Salam had nog speldjes in haar haar. Die zou ze volgens haar ouders afdoen als ze ging douchen. De klasgenoten van Salam zagen haar niet bij de douches. Enkele kinderen verklaarden dat ze haar in het diepe bad zagen tijdens het vrij zwemmen. 

Het OM gaat uit van twee mogelijke scenario's: of Salam is direct na het belsignaal dat het begin van het vrij zwemmen aankondigde in het diepe terecht gekomen, of pas na het douchen. De getuigenissen van kinderen die Salam wel onder de douche zagen, komen volgens het OM niet overeen. Een kind dat zag dat Salam onder de douche stond met drie anderen, maar die drie verklaarden daar heel anders over. Het OM gaat er vanuit dat ze alleen is achter gebleven na het vrij zwemmen en niet is gaan douchen.

Volgens het OM waren de toezichthouders drukker met opruimen en kletsen dan het controleren van het diepe bad. Dat is onvoldoende gebeurd: er werd niet goed gecheckt of Salam ging douchen en er is te laat geteld om te zien of de groep compleet was. Er zijn volgens de officier fouten gemaakt: Salam had individueel toezicht nodig en kreeg dat niet.

De officier van justitie noemt het een klein moment van onachtzaamheid waarin Salam niet is gezien. Dat moment was echter wel fataal.