Coronamutanten en schaatspret

The beast from the East, zoals meteorologen de Russische beer noemen, kan vervolgens in onze contreien voor een ijzige koudeperiode zorgen. Dat belooft wat! Wintertenen, bloemen op de ramen, erwtensoep met rookworst, geschiedenisboeken die over vijftig jaar schrijven over de barre winter van ‘21. 

En natuurlijk ijspret, een Elfstedentocht misschien.

Toch niet. Net nu het eens een echte Hollandse winter kan gaan worden, gooit corona roet in het eten. Een Elfstedentocht kan sowieso niet, maar ook de schaatsclubs zullen tijdens een lockdown niet blij worden van een overbevolkte ijsbaan.

Gelukkig kan schaatsen op de plassen in de uiterwaarden langs de Waal ook fijn zijn, vooral als je vrijwel alleen in alle vroegte of vlak voor zonsondergang het ijle winterlicht doorklieft. 

Maar helaas, ook die optie is er niet, want voor ‘schaatsplassen’ in de uiterwaarden moet de Waal eerst – bij voorkeur vlak voor de winter – de uiterwaarden overstromen. Dat is de afgelopen tijd niet gebeurd. 

Mochten we straks na een paar ijskoude vriesnachten een flinke ijslaag op het water hebben, dan moeten we dus een flink eind rijden, naar de Loosdrechtse of Reeuwijkse plassen, om in de vrije natuur toch nog wat rondjes te kunnen schaatsen. En zelfs dat zal wel niet mogen: we moeten immers thuisblijven zolang we niet massaal zijn gevaccineerd.

Het zij zo. Als de schaatspret die niet doorgaat dit jaar onze grootste tegenslag is, mogen we in onze handen knijpen. Zeker nu, met al die Britse, Braziliaanse en Zuid-Afrikaanse coronamutanten die op de loer liggen.