ARNHEM - Oost-Arnhem verloor zaterdagmiddag ook de vierde wedstrijd in de Korfbal League; met 21-27 van LDODK, maar scoorde voor het eerst meer dan 20 keer en stond voor het eerst op voorsprong. Een flinke domper in de beste wedstrijd van het seizoen was de blessure van Senna van den Bos. 

Van den Bos moest in de Arnhemse sporthal Valkenhuizen al na tien minuten naar de kant. ,,Onder mijn voet, bij mijn hak, knapte iets. Ik had er al twee weken wat last van en ik zou volgende week rust nemen. Ik voelde meteen dat het mis was en kon niet door”, zei Van den Bos.

Het uitvallen van Van den Bos was een aderlating, vooral in verdedigend opzicht. LDODK liep daarna van 4-4 uit naar 6-13. In de laatste drie minuten voor rust knabbelde Oost-Arnhem weer iets van die achterstand af: 11-16.

Het was in elk geval een ander Oost-Arnhem dan een week eerder bij PKC. Dat duel verloor de ploeg van Ron Steenbergen met 46-17. Van den Bos: ,,We hebben in de afgelopen wedstrijden veel achter verdedigd, dus ons meer gericht op de rebound. Nu op de ‘aangeef’, we gaven dus veel meer druk op de tegenstander.”

Dat sorteerde effect, want in delen van de wedstrijd kon Oost-Arnhem zich meten met de tegenstander uit het Friese Gorredijk. Spannend werd het echter nooit, hoewel de thuisclub na rust van 13-21 nog tot 19-23 terugkwam. 

,,We hebben al veel geleerd van de afgelopen weken”, constateerde Van den Bos. ,,Het was nog niet perfect, maar deze wedstrijd geeft ons wel vertrouwen. De grote nederlaag bij PKC hebben we meteen van ons afgezet. Dat is gebeurd. Natuurlijk zijn er nog verbeterpunten, maar we hebben nu voor het eerst meer dan twintig goals gemaakt en hadden een scherpe start, waarin we in de League voor het eerst op een voorsprong (2-1, HD) stonden.”

De blessure temperde het positieve gevoel bij Van den Bos. ,,Ik voelde me sterker worden en kwam in het ritme. En dan dit. Ik hoop op een snel herstel, want ik baal enorm.”

Oost-Arnhem, eerste aanval: Jasper Broenink 2, Rick Verdouw 3 (Tim Pels 1), Nynke Lokhorst, Senna van den Bos 1 (Willemien Kragt 1, Anna van Mölken).

De vrouwen van Oost-Arnhem scoren te weinig? Met vijf treffers tegen LDODK rekende Noa Kapteyn met die bewering  af. Haar totaal in vier duels in de Korfbal League is nu negen. ,,Het is ook wennen”, vertelt Kapteyn. ,,Het is niet alleen de individuele kracht van een tegenstander waarom wij minder scoren dan in de hoofdklasse. In de passing zijn we al slordiger door de enorme druk van de tegenstander.”

,,Het ligt er natuurlijk ook aan met wie je in het vak staat”, vervolgt Kapteyn. ,,Sta ik bij Rick Verdouw, dan is hij de puntspeler. Sta ik met Senna van den Bos, dan ligt de focus om te scoren meer bij mij dan bij Senna. We hebben ook onze taak. Het was tegen LDODK weer leuk om te spelen, tegen PKC was er geen beginnen aan.”

----

Nynke Lokhorst wacht in de Korfbal league nog steeds op haar eerste treffer. De sterke verdedigster ligt er niet van wakker. ,,Mijn rol is nu eenmaal meer ondersteunend en minder aanvallend. Dat wij in totaal als vrouwen minder scoren, is logisch. We moeten nu veel sneller handelen. Dat is het grote verschil met de hoofdklasse, waarin je een schot nog wel eens rustig kon nemen.”

,,Als team ben je dreigender, als je allemaal kunt scoren. Dan kun je het verdelen als iemand een keer niet lekker draait. Maar ik zal altijd een ondersteunende rol vervullen en dat is prima.”

,,Nederlagen verpesten het korfbalplezier bij Lokhorst niet. ,,Want je leert zo veel meer op dit niveau. Je ontwikkelt je elke week. En tegen LDODK was het toch al een echte wedstrijd!”

,,Je komt veel moeilijker vrij en je moet er dus veel meer voor doen om in scoringspositie te komen”, verklaart Willemien Kragt haar lagere productie ten opzichte van vorig seizoen. ,,Het is veel fysieker, de tegenstander zit overal bovenop en je moet veel meer voor-acties maken.”

Kragt scoorde in vier duels in de Korfbal League vier keer. In de hoofdklasse was dat vaak haar productie in één wedstrijd. ,,Hoofdklasse en League is een heel groot verschil. Speel je tegen PKC, dan weet je dat ze goed zijn. Maar dat ze zó goed waren, had ik niet verwacht. Maar we maken stappen, hoor. In samenspel, in positie kiezen. Na Blauw Wit, komende zondag, hebben we alle tegenstanders een keer gehad. Dan hebben we een goed beeld en weten we wat beter moet in de returns.”