Handbalsters MHV in slotfase onderuit

Ondanks het verlies was de coach van het gepromoveerde team uit Mill content over het spel van zijn ploeg. „In mijn ogen ging het heel goed. We hebben zelfs met 15-13 voorgestaan. Er ging niet veel fout, al hadden we wel net als een week eerder tegen Emmen teveel afspeel-fouten en we hebben ook tegen Aalsmeer te veel open kansen gemist. Maar onze dekking stond goed. Daar ben ik zeer tevreden over.”

Van den Akker was zaterdag in het bloemendorp aan het water beperkt in zijn wisselmogelijkheden. Meike Weeren werd tijdens het duel uitgeschakeld door fysiek malheur waarmee ze vorig jaar ook heeft gekampt, een schouder uit de kom. Haar nicht Marijn had last van een vingerblessure. „Maar iedereen heeft keihard geknokt. Ook daar ben ik zeer tevreden over. En als je het dan net niet redt, dat is jammer. Ik zie dat de tegenstanders goed over ons zijn geïnformeerd. We merkten weer dat we een van onze wapens, onze snelheid, niet konden gebruiken. De speelsters van Aalsmeer waren snel terug in hun dekking. We hebben maar één break kunnen lopen. Dat is een groot verschil met vorig jaar”, legt Van den Akker uit.

„Wat ook anders is dan verleden jaar, is dat de keepsters van de tegenstanders beter zijn. Wij krijgen de kansen wel, maar mijn speelsters moeten in aanvallend opzicht beter leren kijken. Vorig jaar scoorden we zelf per potje dertig goals gemiddeld. In de eerste twee wedstrijden van dit seizoen zijn we nog niet hoger gekomen dan 23. Dat er in de eerste divisie andere wetten gelden, is niet erg. Ik vind het hartstikke leuk om deze meiden naar een hoger niveau te tillen. Ze moeten nog wennen, nog accepteren dat de tegenstanders beter is, daarom moeten ze slimmer worden. Dat komt nog wel.”