De vrouw tegenover me in de trein zei in haar mobieltje: ‘Ik kan niet, want ik zit in een burn-out’
column thomas verbogtDe trein waarin ik gisteren zat, was weer een grote telefooncentrale en de vrouw tegenover me zei: ,,Nee, ik kan niet, want ik zit in een burn-out.” Ja, overal waar je bent, kom je veel te weten over haast iedereen. De vrouw sprak die woorden bijna gezellig uit.
Delen per e-mail
Misschien zou het me goed doen als ik niet over alles nadacht, maar ik kan het niet tegenhouden. Over de vrouw dacht ik: goed dat je het zo zegt.
Waarom ik dat dacht, komt door een artikel dat ik vorige week las en helaas kwijt ben, zodat ik het niet meer na kan lezen. Ging ook over burn-outklachten. Dat die vaak te voorkomen zijn, als je zegt wat er met je aan de hand is en dat je daarom iets niet doet.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMColumn Thomas Verbogt
Wanneer is het te koud om met de hond te wandelen?
Wanneer ik in alle vroegte de ochtendkranten van de deurmat pak, merk ik sterk dat ik dan ook een diepe buiging maak voor de bezorger ervan, voor alle bezorgers. Mijn eerste handeling van die dag, de kranten pakken, is niet te vergelijken met de hunne. -
PREMIUMcolumn Thomas Verbogt
Toen de premier het over ‘afzwemmen’ had, was ik het jongetje dat die twee zwemdiploma’s moest halen
Het staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal (Het Groene Boekje), het woord ‘afzwemmen’. Sinds de persconferentie van maandagavond spookt het zo nu en dan door mijn hoofd. De premier zei dat zwemlessen weer mogen en afzwemmen ook. -
PREMIUM
Wat waren ze geweldig: cassettebandjes, gemaakt door een vriend die je graag het mooiste wilde laten horen wat hij kende
Te weinig staan we erbij stil dat iets is uitgevonden voordat we het de normaalste zaak van de wereld vinden, een voorwerp, een apparaat. Dat er iemand jarenlang dagdromend heeft gedacht aan een voorziening die het leven makkelijker of fascinerender maakte, en ineens was er een lichtgevend moment: nu heb ik het. -
PREMIUMColumn Thomas Verbogt
Er zijn meer mensen die niet schaatsen, ik bijvoorbeeld, niet uit principe, maar mijn lichaam weet zich geen raad met een glad oppervlak
De Koninklijke Nederlandse Schaatsbond heeft ook een afdeling die sectie Natuurijs heet. Uiteraard heeft die sectie een voorzitter. Ik las een interview met hem. Hij schaatst zelf niet, wat je opmerkelijk zou kunnen vinden, maar dat moet uiteraard kunnen. Er zijn meer mensen die niet schaatsen, ik bijvoorbeeld, niet uit principe, maar mijn lichaam weet zich geen raad met een glad oppervlak, zo simpel is het. Zou niet in me opkomen voorzitter te worden van de sectie Natuurijs. -
PREMIUMCOLUMN THOMAS VERBOGT
Er breekt een nieuwe tijd aan, in de herfst waarschijnlijk voor het hele land
Donderdagvond kreeg ik berichten van leeftijdgenoten, en met leeftijdgenoten bedoel ik nu intimi uit exact hetzelfde geboortejaar (door sommigen ‘bouwjaar’ genoemd, waar ik nooit voor ben), met de boodschap: ‘We zijn aan de beurt!’
-
PREMIUMcolumn Thomas Verbogt
Net iets te stoere taal, dat iedereen in de zorg zich ‘het snot voor de ogen werkt’
Als je het over onze premier hebt moet je er in deze tijd eigenlijk altijd bij zeggen dat hij demissionair is, maar dat weten we onderhand wel. Tijdens zijn teleurstellende persconferenties zegt hij, onze premier dus, haast iedere keer dat iedereen in de gezondheidszorg zich het snot voor de ogen werkt. -
PREMIUMcolumn thomas verbogt
Bij ons thuis liggen ook de hele dag alle opties op tafel, overal liggen opties op tafel, nergens zijn er geen opties
In sommige media wordt het een dans genoemd. Dan bedoelen ze de pogingen een coalitie te vormen: ,,De dans is begonnen.” Misschien is de dynamiek vergelijkbaar, maar erg prettig om naar te kijken is het niet. -
PREMIUMColumn Thomas Verbogt1
Ik hoorde de afgelopen dagen net iets te veel grapjes over het geheugen en herinneringen
Zaterdag koop ik een doosje wijn in een loeidrukke, coronaloze supermarkt. De kordate caissière zegt: ,,U ben boven de 18, zie ik.” Ik zeg: ,,Net.” Zij: ,,Dacht ik al.”