Tiel houdt vast aan stadsmakelaar

Dat blijkt uit antwoorden van het college op vragen van D66 en het CDA over de aanpak van de leegstand die in hun ogen achterblijft. In Tiel staat zo'n dertien procent van de winkelpanden leeg. 

De gemeente wil in ieder geval niet gaan werken met een zogenaamde leegstandsverordening. Als zo'n verordening van kracht is, moet een pandeigenaar het verplicht melden als een pand geruime tijd leegstaat. De gemeente mag dan onder meer huurders aandragen die de eigenaar dan niet mag weigeren. Deze aanpak vraagt echter te veel inzet van de gemeente, stelt Tiel. 

Het stadsbestuur ziet meer in een stadsmakelaar die eigenaren moet verleiden. Gesprekken door een dergelijk persoon met sommige eigenaren van panden aan de rand van het centrum, zouden al succesvol zijn verlopen, stelt de gemeente. Eigenaren  zouden gestimuleerd zijn in het nadenken over de toekomst van het pand. 

Echt geld om dit structureel aan te pakken is er niet door een reeks aan financiële tegenvallers voor de stad. Wat de gemeente betreft zouden ondernemers hierin meer kunnen bijdragen.  

Hart van Tiel werkt momenteel wel aan een systeem waarbij ondernemers naar hoogte van hun ozb bijdragen aan de reclamebelasting. Dit zou meer geld kunnen opleveren voor de binnenstadsvereniging om zo toch het centrum aantrekkelijk te maken. Want dat laatste is volgens Gert-jan van Ingen van het binnenstadsmanagement de enige oplossing om ondernemers te krijgen die in de leegstaande winkelpanden te trekken. ,,Je kunt ze niet dwingen.'' Volgens van Ingen is het nieuwe systeem eerlijker en verandert er voor de meeste winkeliers weinig. Dat de gemeente zich meer en meer terugtrekt als het gaat om geld voor het centrum, noemt Van Ingen vervelend. ,,Maar de gemeente wil wel graag ondersteunen met mankracht. Als we echt goed gaan samenwerken, kunnen we toch wat voor elkaar betekenen.''