Vleermuizen bedreigen verbouwing van stadhuis in Wijk bij Duurstede niet

Eind vorig jaar gingen ineens alarmbellen rinkelen toen op de zolder van het stadhuis minuscule keuteltjes werden aangetroffen. Uit een quick scan bleek dat vleermuizen ze hadden uitgepoept. Mogelijk zouden er ook nog gierzwaluwen en huismussen huizen. Alle drie zijn beschermde soorten, die volgens de wet niet gedood of verstoord mogen worden. Gevreesd werd dat zij een bedreiging zouden kunnen zijn voor de droomlocatie voor het dakloze museum Dorestad in het stadhuis. Om te voldoen aan de wet natuurbescherming moest alsnog worden onderzocht om welke soorten vleermuizen het gaat, of het een broed- of overwinteringsplaats was en wat het foerageergebied en vliegroutes van deze zoogdieren zijn.

Onderzoeker Dik van Pijkeren van Laneco: ,,Niets wees erop dat de zolder een actieve verblijfplaats van vleermuizen is. Waarschijnlijk liggen die opgedroogde keutels er al tien jaar. Er zijn geen verse keutels of andere sporen bijgekomen.’' Ook werden in het stadhuis geen verblijfplaatsen van gierzwaluwen en huismussen gevonden. Voor museum Dorestad is dat geruststellend nieuws: de interne verbouwing van het stadhuis wordt niet gedwarsboomd door vleermuizen.

In de buitenlucht werden rond het stadhuis wel drie soorten vleermuizen waargenomen: gewone dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. De meeste huizen in de Grote Kerk. Alleen in een scheur in een buitenmuur aan de achterkant van het oude stadhuis werd een zomerverblijfplaats van gewone dwergvleermuis aangetroffen. Doordat met de beoogde aanbouw deze verblijfplaats wordt aangetast, moet de gemeente een ontheffing aanvragen. Die wordt waarschijnlijk verleend als er in de spouwmuur of in een kast een alternatief onderkomen wordt gemaakt. Dat er vleermuizen naast het stadhuis en de Grote Kerk rondvliegen, heeft wel consequenties voor het aanlichten van de toren van de kerk. ‘s Zomers mag dat niet want dan zouden de vleermuizen in hun vliegroutes verstoord kunnen worden. De toren mag wel in het licht gezet worden als de vleermuizen hun winterslaap houden.

Wonderlijk noemt Van Pijkeren ten slotte de verrassende ontdekking dat onder de dakrand van de Grote Kerk een steenuilenpaar broedt. ,,Bijna altijd nestelen ze buiten de bebouwde kom. Voor de verbouwing van het stadhuis zijn ook de uilen geen probleem als er maar buiten het broedseizoen gebouwd wordt.’’