Vincent Bijlo over zijn interieur: ‘Mij blijft veel lelijks bespaard, ook op gebied van woninginrichting’
woonspecialDe meeste consumenten laten zich leiden door hun ogen bij interieurkeuzes. Maar wat als die jou niet ter beschikking staan? Vincent Bijlo heeft nooit kunnen zien, zijn waarneming bestaat uit geur, tast en geluid. Hoe ziet zijn huis eruit? En wat neemt hij mee van zijn beroemde overgrootvader, de architect en ontwerper H.P. Berlage?
Als ik onze woonkamer binnenkom, loop ik vaak met mijn rechterbovenbeen in de punt van de eettafel, waar we overigens nooit aan eten, dat doen we in de woonkeuken of buiten op de veranda. Toch wil ik niet dat die tafel verplaatst wordt, ik vind dat ik er maar aan moet wennen dat hij daar staat.
Ik wen langzaam aan dingen, hij staat er pas 24 jaar. Hij hoort daar, die tafel, net zoals de vleugel in de hoek hoort die er wel voor gemaakt lijkt, de tweezitsbank tegen het muurtje dat precies even lang is als de rugleuning en het lage bijzettafeltje hoort te zwerven over het vloerkleed. Ik kan het vaak niet vinden, dan zet ik mijn koffie of wijn op de grond. Uiteraard is er weleens een glas of beker omgevallen, tot woede van mijn vrouw Mariska en mijzelf. ,,Oh, sukkelaar’’, schreeuw ik dan door de kamer, ,,kijk dan ook uit je doppen.’’ Mijn geschreeuw is aan dovemansoren gericht, uit mijn doppen kijken heb ik nooit gekund. Dat vind ik overigens helemaal niet erg, het heeft grote voordelen, er blijft mij veel lelijks bespaard, ook op woninginrichtingsgebied.
Scheenbeenhoogte
Het interieur moet wat mij betreft uitdagingen hebben, het moet me scherp houden, ik hou niet van strakke ordening, opgeruimde kamers en lege tafels. Gelukkig doet Mariska dat ook niet, dus bij ons thuis kun je zien dat er buitengewoon gelukkig wordt gewoond. Ons interieur heeft zelf een plaats uitgekozen in de kamers, wij wonen eromheen, vanzelfsprekender kan het niet. En dat is nou precies wat wonen wat mij betreft moet zijn, vanzelfsprekend. Je moet in je interieur passen. Het bestaat tenslotte uit dingen die je de godganse dag omringen, dag in, dag uit, week in, week uit, tot in lengte van jaren, tot het tenslotte morsig wordt en uitgewoond raakt, dan is het zelfs niet vintage meer te noemen.
Alles waar ons oog, ons oor, onze handen, vingers en neus op vallen heeft zich op die manier een plaats in ons huis toegeëigend.
Er is maar één interieurregel die als een paal boven mijn inrichtingswater staat: er komt geen, en dat heb ik ook meteen tegen Mariska gezegd toen we plannen gingen maken tot samenwonen, er komt geen salontafel in ons huis, nooit van zijn leven, ik haat salontafels. Het zijn grote, nare, lage dingen, die zich vrijwel altijd op scheenbeenhoogte bevinden. Ik voel de door merg en been gaande pijn van een botsing met zo’n kreng nog langs de binnenkant van mijn broekspijp omhoogtrekken als ik alleen al aan een salontafel denk.
Ik voel de schaamte en het verschrikkelijke ongemak weer van die verjaardag, minstens veertig jaar geleden. Ik moest naar de wc, stond op, schoof tussen tafel en bank door, ging op tenen staan, verloor mijn evenwicht en plofte op schoot bij de moeder van een vriendje. Ze zat net een tompouce te eten. De hele kamer bulderde het uit. Ik kreeg een schone broek van de broer van het vriendje, die net zo lang was als ik.
Oh, sukkelaar, schreeuw ik dan, kijk dan ook uit je doppen
Oh, het zijn zulke nare objecten. Hoe vaak heb ik vroeger niet in een asbak vol peuken, een klein kek tafelcactusje of een brandende kaars gegrepen als ik mijn glas of de blokjes kaas zocht, of schattige vaasjes met bloemen omgegooid bij kennissen van mijn ouders. Het gaf natuurlijk nooit, want ‘hij kon er niets aan doen, het was al zo enig dat hij was meegekomen’. Hij wilde dan zo snel mogelijk naar huis en hij bedacht de keiharde interieurregel: nog liever alleen wonen dan een salontafel.
Wat dat betreft ben ik het volkomen eens met een vaak bij ons in de familie geciteerde uitspraak van mijn overgrootvader H.P. Berlage, architect en interieurontwerper: ‘Bekijken we het binnenste van onze woningen, dan is het toch eigenlijk tuig, wat wij huisraad noemen.’ Nee, dan zijn ontwerpen. Hij maakte harde, strenge, houten, hoekige, knokige stoelen. Hout, vond hij, mag je niet buigen, dan krijg je ‘een valse nerf’. Die stoelen zijn voor wat we tegenwoordig de ‘actieve zit’ noemen. Hij ontwierp ze onder meer voor het kantoorgebouw van verzekeraar De Nederlanden van 1845. Collega-architect J.F. Staal zag ze staan in de werkkamer van de directeur, die Berlage had uitgerust met een gemetselde binnenwand van baksteen. Dat gaf dat vertrek al een enorme zwaarte. De stoelen en de sofa’s omschreef Staal als ‘droevige, ernstige kinderen’.
Ziel
Toch hou ik van die ontwerpen met hun echte, eerlijke materialen. Ik heb ooit een buffetkast van Berlage gevoeld, dat was geen meubel, dat was een gebouw. De kast had torentjes en de deurtjes waren de gevel. Die zou ik graag in huis hebben, maar dat gaat niet, daarvoor wonen wij te klein. Je moet een kast van een huis hebben wil je een meubel van de firma Het Binnenhuis, waarvoor Berlage werkte, kwijt kunnen.
Ja, die eerlijke materialen, waar je altijd aan kunt blijven voelen, die je als het ware kunt lezen met je vingers, die tref je bij ons thuis aan, maar ze moeten wel warm zijn. Ik zat laatst bij een bevriend stel aan een stenen tafel. Mooi om te voelen, als je je hand erop legt, onthoudt de tafel even je warmte, maar zo’n blad vind ik toch te koud. Geef mij maar een houten tafel met een langer geheugen. Een tafel die mijn woede onthoudt, van de keihard neergezette bekers, die putten hebben achtergelaten. Een tafel die onuitwisbare sporen bevat van de workshop mozaïeken die Mariska ooit volgde. Ze sloeg oud servies, dat in een plastic zak zat, tot scherven met een hamer, op tafel, we denken er nog elke dag aan.
Dat soort acties geeft een interieur ziel, het is onze geest die in de kamer hangt, wij wonen er, niemand anders.
Hol huis
Warme materialen hebben nog een ander groot voordeel, ze absorberen geluid. Voor mij is een goede akoestiek direct verbonden met huiselijkheid. Ik zou nooit kunnen aarden in een hol huis. Alles klinkt er hard. De ellende die het achtuurjournaal vanaf je flatscreen over je uitstort klinkt nog verschrikkelijker. Holle ruimtes zijn gewoon niet gezellig, ze klinken niet intiem, ze verwijderen mensen van elkaar, ook al zitten ze bijna schouder aan schouder.
Kleuren zijn voertuigen die iets uitdrukken, daarom begrijp ik ze
Wat kleuren betreft heeft Mariska aan mij een heel makkelijke. Zij moet er altijd naar kijken, ik nooit. Toch kan ik me wel van alles voorstellen bij wat ze uitzoekt. Het behang van de 19de-eeuwse Engelse ontwerper William Morris bijvoorbeeld is ook mijn behang. Het ademt, door de gedachten waarmee Morris het destijds ontwierp, het is fris en oprecht. Kleuren zijn middelen, ze mogen in interieurs nooit doelen worden. Het zijn voertuigen die iets uitdrukken, daarom begrijp ik ze, al zie ik ze niet.
Morris vond dat kunst en onze dagelijkse werkelijkheid sinds de renaissance uit elkaar waren gegroeid, waardoor de wereld bevolkt was geraakt met ongelukkige mensen die omringd waren met zielloze industrieel vervaardigde voorwerpen, Berlage’s ‘tuig’ eigenlijk. Morris wilde daar iets aan doen. Hij wilde terug naar de ambachtelijkheid, naar meubels en ontwerpen waarvan de functie en de vorm verband met elkaar hebben.
En daar zit ik, op de tweezitsbank met zijn grof geweven bekleding en de lieve kussens die Mariska zelf gemaakt heeft, ik prop die met de 5 en de 0, van toen ik vijftig werd, achter mijn hoofd. Ik woon. Ik woon in een lekker, gedempt fris huis, waar het niet geurt naar Nespresso, omdat die elke dag exact hetzelfde ruikt. Het ruikt hier naar met de hand gezette filterkoffie, die elke dag net weer iets anders smaakt. Het wordt hier goed geventileerd, ik kijk door het luchtstroompje dat door de kamer waait naar buiten. Ik zie dat de roos voor de tweede keer bloeit dit jaar. Dat is mijn huis. Geen concept, het concept dat zijn wij, zo maken wij het huis tot thuis.
Weten welke interieurstijl bij jou past? Doe de woonstijltest van vtwonen. En lees ter inspiratie de andere verhalen uit de woonbijlage van vandaag via de link hieronder.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
vraag 't vtwonen
Vergeet de muren, verf eens je plafond: ‘Het werkt als een optische illusie’
Er bestaan duizenden soorten vloeren en er is ook genoeg keuze voor de kleur van je muren. Maar vergeet het plafond niet. Stylist Fietje Bruijn van vtwonen geeft tips. -
Waarom mensen met zonnepanelen volgens Consumentenbond moeten kunnen blijven salderen
Eigenaren van zonnepanelen moeten kunnen blijven salderen of ten minste een goede vergoeding krijgen voor de stroom die ze terugleveren aan het net. Daarvoor pleit de Consumentenbond in een brief aan de Tweede Kamer, die er dinsdag over vergadert. -
vraag 't vtwonen
De jaren 70 komen terug in het interieur
In het najaar en met name in 'woonmaand oktober’ presenteren interieurzaken en meubelmerken hun nieuwe collectie. Invloeden van de jaren 70 komen terug en nieuwe basic kleuren domineren het palet, vertelt Tanja Saarberg van vtwonen. -
PREMIUM
Deze gemeente reageert woedend omdat bewoners zonnepanelen op dak leggen, dit is waarom
Geschrokken van de astronomische energierekeningen laten steeds meer Nederlanders zonnepanelen op hun dak leggen. Zo ook in Baarn, waar bewoners van de Roos van Dekemahof er de handen voor ineen sloegen. De gemeente reageerde echter furieus. Wat is er aan de hand? -
Met video7
Dit is nu de meest verkochte autokleur ter wereld
Chemieconcern BASF heeft uitgezocht wat wereldwijd de populairste exterieurkleuren van nieuwe auto’s zijn. De verrassing is dat er steeds meer bijzondere kleuren bijkomen, zoals bijvoorbeeld ‘violet’. Bij de top 3 is het al jaren stuivertje wisselen tussen zwart, wit en grijs.
-
PREMIUM
De Sax wordt de op een na hoogste woontoren van het land, met een opvallende gouden ‘balk’
Met een hoogte van 182 meter wordt De Sax - na de Rotterdamse Zalmhaventoren - de tweede hoogste woontoren van Rotterdam én van het land. Het ontwerp is behoorlijk aangepast, maar volgens de architect is ‘het grote gebaar’ op de Wilhelminapier nog steeds hetzelfde. -
-
-
PREMIUMKoken & Eten
Zo houd je je messen het handigst scherp (met bonustip voor je kartelmes)
Met twee, hooguit drie goede koksmessen kun je een heel kokend leven voort. Maar dan moet je ze wel goed verzorgen. Hoe doe je dat? -
Mijn bevalling
Doete is verloskundige en heeft een ‘droombevalling’: ‘Ik voelde dat ik al op 9 centimeter zat’
Bevallen: vrouwen doen het al eeuwen en raken er nooit over uitgepraat. Bevallingen zijn prachtig, loodzwaar en veranderen je leven. In deze serie bevallingsverhalen creëren ouders openheid door het eerlijke verhaal van hun bevalling te delen. Verloskundige Doete Reitsma (33) wist zeker dat ze in het ziekenhuis wilde bevallen, tot ze zwanger werd.